Vanaf dit jaar moeten bijna alle oplaadbare elektronische apparaten gebruik maken van een USB-C-oplader. Hoewel dit voor meer uniformiteit zorgt, zijn er toch een aantal belangrijke details om in gedachten te houden bij het gebruik van USB-C.
Niet helemaal. De nieuwe regel geldt alleen voor apparaten die met een kabel tot 100 watt opgeladen worden. Dit betekent dat USB-C verplicht is voor smartphones, tablets, digitale camera’s, draagbare spelcomputers, muizen, toetsenborden, e-readers en oordopjes.
Ook laptops schakelen geleidelijk over naar USB-C, maar voor hen geldt de verplichting pas vanaf 2026. Uitzonderingen zijn er voor kleine of dunne apparaten, zoals bepaalde smartwatches en fitnesstrackers, waar een USB-C-poort fysiek niet mogelijk is. Apparaten die gebruik maken van klassieke batterijen (zoals AA- of AAA-batterijen) vallen niet onder deze verplichting.
Oude apparaten met andere aansluitingen blijven uiteraard gewoon bruikbaar. De nieuwe regelgeving geldt alleen voor producten die vanaf nu op de markt komen.
Nee. Fabrikanten moeten ervoor zorgen dat opladen via een USB-C-poort mogelijk is, maar mogen daarnaast ook andere oplaadopties aanbieden, zoals draadloos opladen. Sommige laptops, zoals de Microsoft Surface Pro-reeks, hebben bijvoorbeeld nog een eigen oplader maar kunnen ook met USB-C opgeladen worden.
Helaas niet. Hoewel USB-C een standaard aansluiting is, zijn er verschillende protocollen binnen deze standaard. Dit betekent dat niet alle kabels dezelfde functies ondersteunen.
Voor opladen betekent dit dat sommige USB-C-kabels een maximale capaciteit hebben van bijvoorbeeld 5 of 15 watt. Dat is voldoende voor kleine apparaten, maar ontoereikend voor een laptop. Gebruik je zo’n kabel met een apparaat dat meer stroom nodig heeft, dan kan het apparaat slechts langzaam opladen of helemaal niet.
Daarnaast verschillen ook de laadsnelheden per apparaat en kabel. Snelladen werkt alleen optimaal als zowel de kabel als het apparaat dezelfde laadspecificaties ondersteunen. Een krachtige oplader van 100 watt zal je oordopjes die slechts 2,5 watt nodig hebben bijvoorbeeld niet sneller opladen.
Nee, dit is niet gevaarlijk. Krachtige opladers passen automatisch hun stroomtoevoer aan het aangesloten apparaat aan. Een kabel met lage laadcapaciteit zal een krachtige laptop misschien niet effectief opladen, maar schade zal dit niet veroorzaken. Dit geldt ook andersom: een krachtige lader zal geen schade toebrengen aan een apparaat dat minder stroom vraagt.
Het is wel belangrijk om de kwaliteit van je kabels in de gaten te houden. Kabels die beschadigd zijn, zoals door slijtage, kunnen risico’s met zich meebrengen. Gebruik daarnaast bij voorkeur kabels van betrouwbare fabrikanten. Goedkope kabels van onbetrouwbare webshops voldoen mogelijk niet aan de veiligheidsnormen.
Sommige USB-C-kabels kunnen meer dan alleen opladen. Ze ondersteunen protocollen voor beeld (zoals HDMI, DVI, DisplayPort of Thunderbolt) en kunnen schermen aansturen. Dit is echter alleen mogelijk als de kabel specifiek voor dat protocol geschikt is. Een standaard oplaadkabel van je smartphone zal deze functies doorgaans niet ondersteunen.
Deze termen hebben niets te maken met opladen. Ze verwijzen naar de snelheid van data-overdracht. USB 2.0 biedt bijvoorbeeld een snelheid van 480 Mbps, terwijl USB 3.1 snelheden tot 10 Gbps kan halen. Thunderbolt gaat zelfs tot 40 Gbps en kan ook schermen aansturen.
Voor opladen blijft de belangrijkste regel dat een USB-C-kabel en stroombron voldoende stroom moeten kunnen leveren om je apparaat op te laden.
De overstap naar USB-C brengt veel voordelen met zich mee, zoals minder kabels en meer compatibiliteit. Toch is het belangrijk om bewust te zijn van de verschillen in laadcapaciteit en functies tussen kabels. Kies altijd kwalitatieve kabels en wees voorzichtig met beschadigde exemplaren. Zo haal je het maximale uit deze nieuwe standaard zonder verrassingen.
Deze tekst is letterlijk overgenomen van https://datanews.knack.be/nieuws/telecom/standaarden/alles-oplaadbaar-met-usb-c-wat-werkt-en-wat-werkt-niet/ Copyright?